Terwijl ik een ijsje eet
Terwijl ik een ijsje eet
brandt links van mij een tank
rechts, op het bankje van mijn eerste zoen,
rusten soldatenmutsen
door kogels gekust
ik verloor tweeënzestig uur
in kelders waar familie vervreemdde
en vreemden familie werden
waar ik het verschil leerde
tussen het geluid van een bom
die door de lucht zwevend
soms alleen passeert (zweefbom)
en een die net voor hij de grond raakt
in stukken spat (clusterbom)
Zo meteen, als mijn ijsje op is
Laat ik het wikkeltje errond
gewoon op de grond vallen
ergens waar onze diepvries stond
daarna eet ik nooit meer suiker

