In de frituur
Na zijn wekelijkse sessie bij de psycholoog, stapt Emiel de frituur binnen. Ze hadden het over een nieuwe collega die zijn werk bekritiseerde. Hij was er erg van aangedaan. Niet gezond, beseft hij, maar koken ziet hij vanavond niet meer zitten.
De vrouw voor hem in de rij bestelt een mini pakje friet met een frikandel speciaal. Ze vraagt of ze een flyer voor een muziekfestival in de frituur mag achterlaten. Haar stem raspt een beetje. Dit, tezamen met haar kleine figuur en haar open gezicht, doet hem denken aan Erika, de zanglerares van zijn vroegere huisgenoot.
Is zij het? Ze lijkt jonger dan hij Erika zich herinnert. Maar dat zegt weinig. Erika was zo iemand van wie je nooit wist of ze ouder was dan ze leek. Of net jonger.
Alsof haar mond, neus, oren, ogen en huid elk een andere leeftijd hadden.
De uitbaatster van de frituur schept de frieten op en werpt ze in het vet. Emiel schuift zijn gewicht van het ene been op het andere. Hij opent en sluit zijn mond.
Ze pakt haar gsm.
‘Hallo, kan het dat ik je ken?’
Hoort ze hem niet of doet ze alsof ze het niet hoort?
Hij buigt wat voorover en zwaait in haar blikveld. ‘Hallo.’
Ze kijkt op.
‘Zou het kunnen dat ik je ergens van ken?’
'Ik herken je niet.'
‘Ken jij een Jonas toevallig?’
‘Jonas en hoe nog?’
‘Jonas Vanmarcke. Hij is muzikant.’
‘Nee, die ken ik niet.’
‘Oei, sorry, dan vergis ik me.’
'Wat zal het voor u zijn, meneer?' komt de uitbaatster tussenbeide.
'Een klein pakje met tartaar en een bicky vegi burger alsjeblieft.' Hetzelfde als elke week dus.
'Mag dat huisgemaakte tartaar zijn?'
'Zeker.'
'Om af te halen?'
'Nee, ik ga het hier opeten. Ik moet nog ergens heen.'
De uitbaatster gaat verder met bakken. Emiel en de vrouw die niet Erika heet, blijven samen wachten.
Ze zegt niets en grijpt ook niet naar haar gsm.
‘Wat is je naam eigenlijk?’
'Ilse.’
‘Dan zat ik fout.’
Even stilte.
‘Wie dacht je dan wel dat ik was?’
'Erika. Jonas was mijn huisgenoot. Hij is muzikant en volgde zangles bij Erika...’
...
‘Je deed me aan haar denken, en met die flyer ook, dacht ik...’
Het is raar om ineens niets te zeggen. Even raar om wél iets te zeggen.
‘Nu lijkt het alsof ik je probeer te versieren. Sorry, haha.’ floept hij eruit.
Ze kijkt hem aan. Eén wenkbrauw licht op, haar armen gekruist.
‘Dat is niet zo hoor. Ik dacht echt dat je Erika was! Ik wou je zeker niet versieren!’
Hij praat verder.
‘Waarmee ik ook niet wil zeggen dat ik je niet knap vind. Ik vind je eigenlijk best wel knap hoor.’
‘Het was alleen niet mijn bedoeling. Ik vond Erika wel tof.’
'Tof als in een leuk persoon. Niet dat ik verliefd op haar was ofzo. Zo goed kende ik haar niet.'
Waarom sta ik hier eigenlijk nog, denkt Emiel, ik ging toch hier eten.
Hij gaat zitten aan tafel. Zij blijft staan.
'Uw bestelling is klaar,' zegt de uitbaatster.
Ilse neemt het zakje aan, draait zich om. Emiel vangt haar blik. Ze knikt. Hij knikt terug.
